DOOR OP EEN FOTO TE KLIKKEN KUN JE HET BEKIJKEN IN GROTER FORMAAT EN BETERE KWALITEIT

woensdag 30 januari 2019

Steltlopers

De tureluur is een steltloper. Steltlooper is een algemene naam voor verschillende families van vogels. Ze hebben allemaal, de naam zegt het al, nogal lange poten, zodat ze in ondiep water kunnen lopen om hun voedsel te zoeken. Ook de lange snavel die ze hebben is hierbij nuttig. De tureluur behoort tot de familie van  ruiters en is een heel algemene vogel. In de zomer zie je ze veel met hun opvallend oranje poten.. Ook in de winter kom je ze wel tegen hier, want een klein deel vertrekt niet naar warmere oorden.


Kemphanen zijn fameus vanwege hun baltsgedrag, waarbij de mannetjes met elkaar het gevecht aangaan voor een vrouwtje. De kraag wordt dan helemaal opgezet. Een mooi schouwspel en in de Ezumakeeg heb ik het wel eens gezien. In deze periode van het voorjaar, zo rond mei, zien de mannetjes er prachtig uit met hun indrukwekkende kragen, die verschillende kleuren kunnen aannemen. Wit, zoals hier op de foto, maar ook wel zwart of oranje/rood. De meeste kemphanen hier zijn doortrekkers en er broeden maar enkele paartjes. Hij heeft het moeilijk, want hij staat op de rode lijst van bedreigde soorten.



       
De kluut wordt gekenmerkt door zijn opgewipte snavel, zoals je op de foto duidelijk kan zien. Ze maaien met hun snavel door het slik om voedsel te vangen. Hij is niet te missen met zijn opvallende zwart witte verenkleed. Vooral in de nazomer kun je grote groepen kluten aantreffen, ook op de wadden. In de winter vertrekken ze naar het zuiden van Europa of verder naar Afrika.

De zwarte ruiter lijkt erg veel op de tureluur, behalve natuurlijk zijn zwarte kleur. Je ziet hem wel veel minder, hij broedt ook niet in het Lauwersmeer, maar in het hoge noorden. In de winter zien ze er beide nogal grijs uit. Vanaf juli keert hij al terug van zijn broedgebied en kun je hem in het Lauwersmeer aantreffen, voordat hij doortrekt naar zijn winterverblijf.

Dit zijn twee bosruiters, een mannetje en vrouwtje in het voorjaar. Dat is duidelijk aan het baltsgedrag op de foto te zien. Ze zijn iets kleiner en niet zo opvallend gekleurd als de vorige steltlopers. Op het wad zul je ze niet tegen komen, want het zijn vogels van zoet water.


Soms doe je bijzondere waarnemingen in het Lauwersmeer , dan zie je wat men een dwaalgast noemt. Dat zijn vogels die in de vlucht zijn afgedwaald en hier niet thuishoren. Deze kleine geelpootruiter is daar een voorbeeld van. Zijn thuisbasis is in noord Amerika. Het is leuk om iets bijzonders te zien en extra leuk om hem op de foto te kunnen zetten.
De krombekstrandloper dankt zijn naam aan de kromme snavel, die op de foto te  zien is. Hier is hij in de overgang naar het zomerkleed, dat er nogal roodgekleurd uitziet. Hij wordt er steeds roder en mooier op in het voorjaar. Hij is een trekvogel en hoort tot de familie van de strandlopers. Het zijn doortrekkers en je ziet ze zo nu en dan in het Lauwersmeer.
.







woensdag 16 januari 2019

Paddenstoelen



Paddenstoelen zijn niet gemakkelijk te herkennen. Er zijn heel veel soorten en veel verwante soorten met kleine verschillen. Dat geldt niet voor de vliegenzwam, want het is de de blikvanger in het bos. Hij is niet te missen vanwege zijn sprookjesachtige uiterlijk.
De witte stippen van de vliegenzwam zijn de restanten van het oorspronkelijke vlies, dat om de rode hoed zit.



Mycena is een algemene naam voor een grote groep paddenstoelen. Er vallen wel 100 verschillende soorten onder, die vaak moeilijk van elkaar zijn te onderscheiden. Deze foto's zijn in het Ballastplaatbos genomen.

Dit is een kalkkopje, een heel klein paddenstoeltje, nauwelijks een centimeter groot. Ze groeien aan de onderkant van dood hout. Je verwacht niet daar zoiets moois aan te treffen. Er zijn meerdere verwante soorten van te vinden, die horen tot de groep van slijmzwammen of wel myxomyceten. Omdat ze zo klein zijn en verborgen groeien, zijn ze niet zo gemakkelijk te vinden
Aan de vertakkingen bovenin kun je zijn naam bijna raden. Het is een geweizwam. Hij groeit op dood hout en boomstronken van loofbomen. Hij is vrij klein, zo'n 6 cm, maar als je het weet zie je ze veel. Dat is het leuke aan fotograferen, je leert er beter door kijken. Het is een veel voorkomende soort.

Dit is de berkenzwam en je ziet hem, de naam zegt het al, op de stammen van berken. Het is de enige boom waarop hij voorkomt. Het is en parasiet en de berk gaat uiteindelijk dood als deze zwammen er op zitten. al zijn ze dan al vaak wat verzwakt.

 
De laatste twee paddenstoelen van dit blog zijn zwavelkoppen. Ze heten zo vanwege hun kleur en groeien vaak in groepen. Het is een zeer algemene soort. Ze leven van dood plantenmateriaal of dood hout.






donderdag 10 januari 2019

Moerasvogels

Het Lauwersmeer kent veel plekken met riet en drassige ondergrond. Daar verschijnen ieder voorjaar de rietvogels weer vanuit hun winterverblijf. Het is dan een vrolijk gezang van verschillende vogels als je bijvoorbeeld in het Jaap Deensgat of  in de Ezumakeeg loopt. Je hoort en ziet ze veel.


De bovenste vogel is de rietzanger en daaronder de kleine karekiet. Het zijn geen opvallende vogels, ze zijn nogal egaal bruin gekleurd, zowel het mannetje als het vrouwtje, maar hun luidkeels gezang is in het voorjaar niet te missen. Daarom zie je ze meestal wel zitten op rietstengels. Ze broeden in het riet en eten vooral veel insecten.

Dit is de baardman, een mooi vogeltje met een opvallend geluid,een soort ping, dat je gemakkelijk kan onthouden als je het een keer hebt gehoord. Deze foto van een jonkie is genomen op een hete en vochtige zomerdag, dan zie je veel vliegjes op de rietstengels zitten en hebben de vogels een lekkere gedekte tafel. 


De rietgors is al heel vroeg in het voorjaar te horen. De meesten zijn in het najaar vertrokken, maar gedeeltelijk blijven ze ook hier. Hij is niet speciaal gebonden aan het riet, maar hij houdt wel van nat. Hij is heel algemeen aanwezig.



De blauwborst is één van de weinige vogels die van de rode lijst, dat is de lijst met bedreigde soorten, is geschrapt. Hij doet het dus goed, ook in het Lauwersmeer. Dat is verheugend, want je wordt altijd een beetje blij als je de vrolijke kleuren ziet.


De roodborsttapuit zie je ook wel in het riet, maar hij is niet echt een moerasvogel. Dit is een mannetje met een witte kraag. Een verschil met het vrouwtje. Ze hebben een lang broedseizoen, vanaf maart, met twee tot drie legsels. 


De roerdomp krijg je niet zo vaak te zien, al is het de grootste moerasvogel hier. Hij leeft nogal verborgen in het riet. Op de foto is te zien dat hij heel mooi opgaat in deze omgeving. Hij strekt zijn hals als er gevaar dreigt, zodat hij tussen het riet helemaal niet meer opvalt.