Flora van de duinkust

Het Lauwersmeer ontstond in 1969 door afsluiting van de Lauwerszee om het achterland tegen de zee te beschermen. Er werd een dijk aangelegd en de zee werd een meer. In de 50 jaar die volgden ontstond een prachtig natuurgebied, waar de invloed van de zee nog goed zichtbaar is aan de planten die je er aantreft. Er bloeien veel soorten die in kalkrijke,gebieden voorkomen, zoals op de waddeneilanden.
Zo bloeien er verschillende soorten orchideeën. Vooral in juni en juli is dat een vrolijk gezicht. Op sommige plekken zijn ze in grote aantallen aanwezig. De orchideeën zijn niet altijd gemakkelijk te determineren, omdat er ook mengvormen zijn .

 

Aan het begin van de zomer, begin juni, verschijnen de opvallend paars gekleurde rietorchissen. Op enkele plekken zijn ze massaal aanwezig.
Als de rietorchis op zijn eind is, komt in juli de moeraswespenorchis in bloei. Als je hem van dichtbij bekijkt is het een sieraad, mooi om een foto van te maken.
Deze twee soorten zijn wel de meest algemene orchideeën in het gebied.

De paranassia is voor velen één van de meest favoriete duinplantjes. De naam kom je in vele settings tegen, van strandtent tot zorginstelling. Hij bloeit in de tweede helft van de zomer. Door de droogte van het afgelopen jaar, was de bloei niet optimaal. Hij houdt wel van wat vocht.

Een ander typisch duinplantje is het duizendguldenkruid met zijn opvallende kleuren. Een klein plantje, maar als je het weet, is hij door zijn opvallende uiterlijk niet te missen.

 De teunisbloem is veel groter en is een  algemene soort, die je veel in groepen ziet. Het is niet alleen een plant van de kust,maar houdt wel van arme grond en wat kalk. Het bijzondere is dat hij tegen de avond tot bloei komt. Dat gaat tot in het najaar door.

De herfstbitterling, een duinplant, is een zeldzaamheid aan het worden, maar gelukkig komt hij nog wel voor. Onder meer op een veldje aan de Rug, is hij nog uitgebreid te zien. Hij bloeit tot in het najaar.

De duindoorn, met zijn oranje bessen, is een alom aanwezige struik. De bessen kleuren naar mate de zomer vordert steeds feller oranje. Je kan er lekkere jam van maken, tenminste ik vind het lekker. Als het vriest, zoals op deze foto, zie je vaak groepen kramsvogels, die de bessen eten.

Grutto balts

Nedeland is het belangrijkste broedgebied voor de grutto in de wereld, maar de aantallen gaan zorgelijk achteruit. Gelukkig is hij nog uitgebreid te bewonderen in het Lauwersmeer. Het is ieder jaar weer een mooi moment als de grutto's vanuit hun winterverblijf hier weer arriveren. Vanaf eind februari kijk ik er altijd naar uit. Dit voorjaar had ik de kans om hun fascinerende balts te fotograferen.

De achterste grutto is het mannetje in zijn prachtig baltskleed. Hij zoekt toenadering tot het vrouwtje voor hem, dat duidelijk minder kleurig is. Het mannetje probeert indruk te maken, het vrouwtje is niet afwijzend. Het spel is op de wagen.

Na de toenadering volgt een soort dans, waarbij ze ook wel de lucht in gaan en luidkeels roepen.

 

 Het mannetje spreidt zijn imponerende prachtvleugels om indruk te maken op het vrouwtje.

Het mannetje springt op het vrouwtje en de paring kan beginnen.

De paring vindt plaats en is in een oogwenk gebeurd. Een gruttopaartje blijft meestal het hele leven bij elkaar.

Het mannetje springt van het vrouwtje af, de bevruchting is voltooid. Het vrouwtje legt meestal drie of vier eieren en broedt ruim drie weken. De jongen verlaten het nest direct na de geboorte, het zijn nestvlieders, maar ze worden nog wel verzorgd door de ouders.

Roofvogels

Deze  twee foto's zijn, heel toepasselijk, genomen tegenover de Bosschuur, het activiteitencentrum van Staatsbosbeheer. Deze buizerds landden op paaltjes met attentieborden van het gebied. Ze 
lijken zo wel de poortwachters van het Lauwersmeer.

Buizerds eten van alles, ze zijn niet erg kieskeurig en zijn daarom overal in het land wel te zien. Het is de meest voorkomende roofvogel. Hier heeft hij een eend te pakken.

De slechtvalk is een wintergast in het Lauwersmeer en je ziet hem veel minder. Hij staat bekend om zijn snelle duikvlucht van wel 300 km per uur.

De torenvalk is alom aanwezig. Vooral bij een groot voedselaanbod, zoals een goed muizenjaar, zie je ze veel. Al biddend in de lucht zijn ze van verre te herkennen. 

De torenvalk broedt vaak in nestkasten, zoals hier aan de bosrand van het natuurpark Suyderoogh.

 

 De bruine kiekendief is een zomergast. Het is een vogel van bij voorkeur moerassige rietvelden, zoals die hier aanwezig zijn. Hij broedt op de grond. In de zomer zie je hem vaak laag over de rietvelden scheren op zoek naar voedsel.